Interview in:
Gezond Nu 2006; 10 (Okt) / pag.28-31

Amsterdamse kelner verrast medische wereld
met publicatie over osteoporose


“Een hoge botdichtheid is op de lange duur funest”


De moderne patiënt/consument vindt zichzelf mondig en goed geïnformeerd, maar haalt het niet bij Thijs Klompmaker. Deze kelner daagt de medische wetenschap uit met een nieuwe visie op osteoporose. “Ze blijven me ‘dr.’ en ‘professor’ noemen, wat ik ook terugmail.”


Veel artsen, maar ook sommige patiënten, hebben heimwee naar het ‘predigitale’ tijdperk. De rolverdeling was helder en stond niet ter discussie: de patiënt kwam met een hulpvraag en de arts wist het antwoord. De dokter koesterde zijn monopolie op medische informatie. In het derde millennium is dat wel even anders. De ‘mondige’ patiënt van de jaren tachtig heeft zich ontwikkeld tot een muitende patiënt die zich niets meer laat wijsmaken. De medische stand heeft haar monopolie verspeeld. Steeds vaker zijn de rollen omgedraaid en komt de patiënt - uitdraaien van internet onder de arm - de dokter bijpraten over zijn kwaal. Maar het kan nog gekker, zo bewijst het verhaal van Thijs Klompmaker. Deze Amsterdamse kelner is de ongekroonde koning van de medische autodidacten. Hij werkt al jaren fulltime in Grand Café l'Opera, aan het Rembrandtplein. Maar de buitenlandse onderzoekers en professoren met wie hij mailt, geloven daar geen snars van. Zij blijven hem aanspreken met ‘dr.’ en met ‘professor’, sinds hij hen in 2005 versteld deed staan met een publicatie in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Medical Hypotheses.



Acne project


Klompmaker kan zélf ook nog niet helemaal bevatten wat er is gebeurd. “Ik ben stronteigenwijs”, zegt hij over zichzelf. “Dat heeft waarschijnlijk meegeholpen.” Ook wil hij wel gezegd hebben dat het zonder de aansporingen van anderen nooit zover was gekomen. “Prof. dr. Hans Dehmelt, winnaar van de Nobelprijs voor natuurkunde in 1989, heeft mij er uiteindelijk van overtuigd dat ik mijn visie moest publiceren.” En dan te bedenken dat het allemaal begon met puisten. “In de puberteit kreeg ik zware acné”, blikt Klompmaker terug. “Gaandeweg ben ik gaan ik experimenteren met voeding. Als ik weinig eiwitten at, ging het beter. Ook zout en hete kruiden maakten het erger. Uiteindelijk kwam ik uit op een soort basisdieet. Dat heb ik drie maanden gevolgd en toen was mijn huid helemaal schoon. Daarna heb ik het dieet weer langzaam opgebouwd.” Jarenlang stak hij energie in het acné-project, dat uitmondde in een boekwerk. “Het Free Acne Book is op internet gepubliceerd, onder het pseudoniem Wai Genriiu. Hierin is het dieet onderbouwd met wetenschappelijke literatuur. Toen ik daarmee bezig was, ontdekte ik dat het dieet het lichaam voorziet van voldoende voedingsstoffen. Met één uitzondering: calcium.” En daarmee was de kiem gelegd voor een nieuw medisch project. “Mijn eerste gedachte was: mensen die het acné-dieet volgen, hebben calciumpillen nodig. Dus ging ik mij verdiepen in calcium.” Het mondde uit in een jarenlange fascinatie én nieuwe inzichten. “Inmiddels denk ik dat een levenslange hoge calciuminname, zoals in Nederland wordt aanbevolen, niet goed is voor de gezondheid van je botten.”



Preventie gericht op botdichtheid


Uit onderzoek is bekend dat ‘calorische restrictie’, ofwel een lage inname van calorieën, onze levensduur verlengt. “Het remt allerlei leeftijdsgebonden fysiologische en biochemische processen. Vergelijk het met een auto: als je minder hard rijdt, gaat hij langer mee. Ik denk dat je op eenzelfde manier je botten langer gezond houdt door een lagere inname van calcium. De capaciteit om nieuw botweefsel te vormen, neemt daardoor minder af met het vorderen van de leeftijd.” De alarmbellen bij Klompmaker gingen rinkelen toen hij zich verdiepte in het aantal gevallen van osteoporose in diverse landen. “Osteoporose - niet te verwarren met een te lage botdichtheid die omkeerbaar is - valt niet te genezen. Maar het is wel te voorkomen. Al tientallen jaren is de preventie van osteoporose gericht op het maximaliseren van de piek in botdichtheid (BMD). Maar in landen waar de gemiddelde botdichtheid het hoogst is, hebben de ouderen het meest te kampen met aan osteoporose gerelateerde botbreuken. Dat is tegenstrijdig.” Zo hebben bijvoorbeeld Japanners een lagere BMD dan Europeanen, en ook minder heupfracturen. “Dit verschil is niet te wijten aan genetische verschillen: vrouwen van Japanse komaf die in de VS geboren zijn, hebben BMD-waarden die gelijk zijn aan die van blanke Amerikaanse vrouwen. In een land als Gambia is zowel de inname van calcium, de gemiddelde BMD als het aantal osteoporotische fracturen erg laag. En ook dat is niet te verklaren door genetische verschillen.”


Uitputting osteoblasten


Nadat hij honderden wetenschappelijke artikelen had gelezen, ontwikkelde Klompmaker een hypothese waarin veel feiten samenvallen. “De botdichtheid lijkt niet representatief voor de gezondheid van de botten, maar slechts voor de sterkte van de botten op dát moment. Bij osteoporose is er een tekort aan osteoblasten. Dat zijn de celsystemen die zorgen voor de botopbouw. Osteoporose komt in het bijzonder voor bij ouderen. Ik vermoed dat osteoporose vooral te maken heeft met veroudering en uitputting van deze osteoblasten.” Artsen zouden bij de preventie van osteoporose daarom meer moeten focussen op de ‘ARORC’ dan op de BMD. “De ARORC geeft de mate aan waarin de osteoblasten in staat zijn zich te vermenigvuldigen. Als je het vergelijkt met gezond botweefsel zijn in osteoporotisch botweefsel minder osteoblasten beschikbaar. Het constant handhaven van een hoge BMD gaat samen met een constant hoog niveau van hervorming van botweefsel, wat plaatselijk leidt tot uitputting van de osteoblasten en een lagere ARORC. Dit leidt er uiteindelijk toe dat scheurtjes in het botweefsel niet meer gerepareerd kunnen worden, met een toegenomen kans op fracturen.”


“Geen levenslange hoge calciuminname”


Gaandeweg vielen steeds meer stukjes op hun plek in de osteoporose-puzzel. “Na de menopauze hebben vrouwen meer kans op osteoporotische fracturen, door daling van hun oestrogeen. Over het algemeen wordt aangenomen dat oestrogenen slechts een remmende invloed hebben op de osteoclasten, de celsystemen die gespecialiseerd zijn in botafbraak. Maar in de literatuur vond ik sterke aanwijzingen dat het anders zit: oestrogenen remmen óók de osteoblasten af en beschermen derhalve tegen uitputting. Corticosteroïden, zoals prednison, vergroten de kans op osteoporose doordat ze bijdragen aan een verhoogde sterfte onder de osteoblasten. En dat geldt ook voor een calciumrijk dieet.” Klompmaker vindt dat vijftigplussers hun zuivelproducten en calciumsupplementen maar beter aan de kant kunnen schuiven. “Natuurlijk moet mijn hypothese eerst bewezen worden. Maar het is wel reeds bewezen, dat een hoge calciuminname nooit tot genezing kan leiden en slechts tijdelijk een positief effect heeft. Daarnaast tonen internationale statistieken aan dat de uiteindelijke effecten negatief zijn. Er is geen genezing mogelijk, daar het om veroudering gaat. Het enige wat je kan doen, is dat proces afremmen en een hoge calciuminname doet dat zeker niet.” Klompmaker wil graag benadrukken dat zijn theorie niet gaat over het effect van calcium op de botstofwisseling bij hoge ouderdom. “Het gaat mij om de gevolgen van een levenslange hoge calciuminname. Iedereen is het erover eens dat de basis voor osteoporose-preventie wordt gelegd in de eerste vijftig levensjaren. Een calciumrijk voedingspatroon heeft, als mijn hypothese klopt, uiteindelijk een desastreuze invloed op de gezondheid van de botten. Dit betekent dat de aanbeveling van 1000 mg calcium per dag moet worden teruggebracht. Ik vermoed dat 300 tot 500 mg genoeg is, want dat is ongeveer de inname in landen waar osteoporotische botbreuken het minste voorkomen.”


Osteoclasten en osteoblasten


Bot is geen dood weefsel, maar een levend orgaan met een hoge doorbloeding en stofwisselingsactiviteit. Bot wordt voortdurend onderhouden. Het gaat daarbij niet alleen om de genezing van fracturen, maar ook om het herstel van microscopisch kleine breuken in de botbalkjes. Deze ‘microfracturen’ bepalen naast de botdichtheid het botbreukrisico. Bij de voortdurende reparatie en vervanging van botweefsel spelen twee celsystemen een cruciale rol: osteoclasten en osteoblasten. De osteoclasten breken oude, zwakke botten in slechts enkele dagen af. De osteoblasten zorgen op hun beurt voor langzame botopbouw. Normaal gesproken reageren osteoblasten op de instroom van calcium met het bouwen van een vezelachtig web (matrix) waarop dit calcium kan neerslaan. Tijdens het vervaardigen van deze matrix sterft ongeveer 50 tot 70 procent van de betrokken osteoblasten. “Hoe meer calcium er binnenkomt, des te groter de activiteit van deze osteoblasten”, legt Thijs Klompmaker uit. “En des te meer osteoblasten er sterven. Dit hogere sterftecijfer leidt tot een afname van de leeftijdsgebonden capaciteit tot replicatie van de osteoblasten (ARORC). Met andere woorden: de osteoblasten raken van lieverlee uitgeput.”


Muizenonderzoek


Er zal nog heel wat water door de Amstel stromen voordat de hypothese van Thijs Klompmaker zal zijn vertaald in concreet handelen voor de medische praktijk. Het eerste dat volgens hem moet gebeuren, zijn proeven met muizen. “Op die manier kan worden vastgesteld wat de effecten zijn van een levenslange inname van uiteenlopende hoeveelheden calcium op de mate waarin botten bestand zijn tegen breuken.” Klompmaker heeft internationale steun voor dit plan, dat hij lanceerde in zijn artikel in Medical Hypotheses. “Tal van buitenlandse onderzoekers en professoren hebben gereageerd op mijn artikel. Ze vinden het vooral een verrassende hypothese door de nieuwe kijk op de osteoblasten. Verschillende van hen hebben aangegeven benieuwd te zijn naar het muizenonderzoek.” Door een belastingmeevaller heeft Klompmaker inmiddels geld voor zijn vervolgonderzoek. “Ik heb al een ruimte op het oog waar ik honderd genetisch identieke muizen kan huisvesten. Neen, het osteoporose-project is voor mij nog niet afgerond.”




Tekst Toine de Graaf
Fotografie Menno Stassen